Formule 1.

Claudio Langes in zijn Eurobrun.
Er is al veel gezegd en geschreven over de Formule 1. Toch mis ik persoonlijk iets. Ik ben zelf een enorme fan van statistieken, en ik heb getracht in deze website de belangrijkste samen te voegen. Maar er is ook genoeg te lezen. De Formule 1 is bij tijd en wijle een vreselijk saaie sport, geen twijfel mogelijk. Ook de vele politieke spelletjes maken het er voor de fan niet makkelijker op de sport te volgen. Maar dat is altijd al zo geweest. Soms saai, soms vreselijk spannend. En dat zal ook wel altijd zo blijven. Aan de andere kant is de Formule 1 de absolute top. De top van de autosport, en elke coureur - ook al zegt hij van niet - zou toch het liefst eens in een Formule 1-auto geracet hebben. Enkelen hebben dit geluk gehad. Getalenteerd, supergetalenteerd, maar ook met slechts een zak geld en een volslagen gebrek aan talent. De Formule 1 heeft het allemaal. Altijd al gehad, ook.

In alle veranderingen in de Formule 1 is er één constante factor: Ferrari. Op een handvol races na, heeft Ferrari aan elke Grote Prijs van 1950 tot aan heden deelgenomen. Toch wil ik geen eerbetoon houden aan Ferrari. Wel aan de coureurs. Hoewel alle coureurs gelijk zijn, zijn sommingen meer gelijk dan anderen (om met George Orwell te spreken). Ik heb er voor gekozen een biografie te maken van alle wereldkampioenen die de Formule 1 heeft voorgebracht. Tevens heb ik andere coureurs, zoals Stirling Moss, Chris Amon, in mijn lijst met biografieën opgenomen, omdat die het verdienen. Maar er zijn meer coureurs met een interessante loopbaan, die alleen maar aan de Formule 1 geroken hebben, zoals Luca Badoer, Claudio Langes of Maria Teresa de Filippis. Ook daarvan zult u een aantal aantreffen. Ik heb dan ook getracht een interessante mix samen te stellen van heel beroemde coureurs, en heel onbekende coureurs.

Voor wat betreft de statistieken heb ik gekozen voor een lijst van iedere coureur die ooit op het podium is gefinisht, ooit op pole heeft gestaan of ooit een snelste ronde heeft gereden. Buiten beschouwing is gelaten, hoeveel punten een coureur heeft of hoeveel races hij heeft gereden. De coureurs staan op alfabetische volgorde. Kleine voetnoot is, dat de coureurs die tussen 1950 en 1960 aan de Indy 500 hebben meegedaan, niet in deze tabel zijn opgenomen. Hoewel de Indy 500 gedurende de eerste 11 jaar meetelde voor het Wereldkampioenschap Formule 1, heb ik besloten deze coureurs niet op te nemen in de lijst met statistieken, omdat de Indy 500 volgens heel andere regels werd verreden dan de rest van het F1-kampioenschap. Daar komt bij, dat - met uitzondering van Alberto Ascari in 1952 - geen Formule 1-coureur ooit in een Indy 500 race is gestart tussem 1950 en 1960, en andersom geldt bijna hetzelfde. Overigens, Ascari kwalificeerde zich met zijn Ferrari als 19de en viel uit in ronde 40 met een los wiel. De enige Indy-coureurs die het in een "andere" Formule 1-race hebben geprobeerd, zijn Troy Ruttman, die in Frankrijk in 1958 met een Maserati deelnam (team Centro Sud) keurig als tiende finishte, en Roger Ward, die in 1959 in Sebring in de GP van Amerika meedeed in een Leader Cards (met slechts 2 versnellingen) meereed en in de 21ste ronde uitviel met een defecte koppeling.

Voor de lijst met biografieën, klik hier;
Voor de lijst met records, klik hier;

Voor de lijst met wereldkampioenen, klik hier;
Voor de lijst met winsten, pole positions en kampioenschappen, klik hier;
Voor de geschiedenis van de Formule 1: klik hier.


Veel plezier.
Erwin van Delft.


Johnny Claes voor Ecurie Belge, 1951.
Luca Badoer in zijn Forti, 1996.
Chris Amon in de Ferrari 312, wat mij betreft de mooiste Ferrari ooit.
Niño Farina in zijn Alfa Romeo Alfetta 158, de eerste wereldkampioen Formule 1.
Las Vegas Condos